Vrijdag 22 Juni 2007 at 10:56 am
Oerol verdient dezelfde status als Holland Festival
Oerol verdient dezelfde status als Holland Festival
Bestuur en directie van Oerol zijn teleurgesteld over kabinetsbesluit om het festival niet op te nemen in de culturele basisinfrastructuur. “Oerol zou niet elk jaar haar bestaan moeten hoeven te bewijzen. Het festival behoort tot de culturele basisinfrastructuur en verdient dezelfde status als het Holland Festival,” aldus bestuursvoorzitter Kees van Twist na de bekendmaking van het besluit. Oerol is nog in volle gang en duurt tot 24 juni.
In tegenstelling tot het Holland Festival heeft het kabinet besloten om Oerol niet de erkenning en status te geven in de basisinfrastructuur. Daarmee wordt het Oerol terugverwezen voor haar subsidie naar de fondsen en steeds opnieuw haar bestaan weer moeten bewijzen. “De onderscheidende en internationale positie van Oerol maakt dat we in de basisstructuur horen. De politiek hoort Oerol te koesteren. Alle argumenten om het Holland Festival op te nemen in de basis gelden onverminderd en zoniet meer voor Oerol,” zegt Van Twist.
Oerol verzet zich tegen het voornemen van het kabinet en zal via een open brief aan de Tweede Kamer proberen om de regering op andere gedachten te brengen. Bestuur en directie achten een erkenning voor de verworven positie van Oerol door de landelijke overheid op zijn plaats en vragen daarom om bijstelling van de plannen van minister Plasterk.
Het Terschellings Oerol Festival staat er om bekend dat het een groot internationaal en vernieuwend aanbod presenteert. Het biedt bovendien een podium aan jonge artiesten die juist op Oerol daadwerkelijk leren spelen buiten de kaders van een theater en voor een volle zaal. Oerol heeft in het buitenland grotere naamsbekendheid dan andere zomerfestivals, vanwege haar unieke locatietheater, vele nieuwe producties en premières.
Oerol bereikt al jarenlang een breed, groot en gevarieerd publiek. De zaalbezetting van ruim 90% dat Oerol jaar na jaar weer weet te realiseren is uniek in Nederland en in de wereld. Ook vervult Oerol een belangrijke rol in het aantrekken van een publiek dat minder vaak de gevestigde theaters en concertzalen bezoekt. Het festival draagt daarmee bij aan het versterken van het cultuurbereik in ons land.
Terschellings Oerol Festival 2007, Sterke Verhalen, 15 t/m 24 juni, www.oerol.nl
Hoofdsponsors van Oerol zijn Brand, NAM, Rederij Doeksen en Staatsbosbeheer.
Woensdag 20 Juni 2007 at 08:33 am
Théâtre de l'Unité met Oncle Vania à la campagne
foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)
Oom Wanja van Tsjechov is een klassiek theaterstuk dat door vele acteurs in vele varianten al op het podium werd gebracht. Programmeur Kees Lesius over 'Oncle Vania à la campagne'
‘Met Theatre de L’Unité slaan we eigenlijk twee vliegen in één klap. Eén van de accenten in het programma dit jaar is het wereldrepertoire als inspiratiebron voor locatietheater. Ook willen we meer aandacht aan het straattheater geven. Deze pioniers van het Franse straattheater doen beide. Ze verplaatsen de klassieker van Tsjechov letterlijk naar het platteland. Het publiek wordt op een straattheaterachtige wijze getrakteerd op een eigenzinnige versie van dit repertoirestuk, inclusief low tech ondertiteling, originele filmmuziek, levende dieren, verwarring en uitleg, vuur en strobalen, weids uitzicht en de geur van borsjt.’
Oerol - website
Thé ¢tre de l'Unité - website
Dinsdag 19 Juni 2007 at 11:44 pm
Straattheater terug als speerpunt(je) Oerol
Tekst en beeld van Henry Krul (klik voor vergroting)
Het Terschelling Oerol is ooit begonnen naar het idee van het
Festival of Fools. Begin jaren tachtig gedurende de eerste Oeroleditie haalde
Joop Mulder “vreemde vogels” de zogenaamde straattheatermakers zoals een Daniël Rovaï, Johnny Melville en Mark Kingsford naar het eiland. De twee eerstgenoemden treden nog steeds op (Daniel Rovaï is ook dit festival present in het muziekprogramma). De afgelopen edities leek het straattheater steeds verder overvleugeld te worden door het schuurtjestheater, werkplaatsproducties en andere locatievoorstellingen. Natuurlijk is Oerol het festival bij uitstek voor locatievoorstellingen, maar of dit ten koste moet gaan van het aloude straattheater?
Vorig jaar al, tijdens het 25-jarig jubileum, zag ik middels de programmering dat het straattheater weer meer plek in de programmering kreeg. Topacts als Tango Sumo , Claire en Leandre, niet goedkoop voor een festival maar wel wereldtoppers, kwamen op het festival optreden. Dit jaar kondigde het festival in persberichten aan het het straattheater oprecht meer aandacht van de organisatie had. Ik ben dan altijd erg benieuwd of zulke toezeggingen bewaarheid worden.
Inmiddels op het moment van het schrijven van dit artikeltje (het festival is 5 dagen geleden begonnen) heb mijn conclusie wel getrokken. Het straattheater wordt op Oerol weer heel serieus genomen. Niet middels het “inkopen” van dure internationaal hoogstaande acts. Nee, want daar zal het budget, schat ik in, niet voor beschikbaar zijn. Veel goed straattheater komt vooral uit Australië en Frankrijk en is kostbaar. Echter wat ik de afgelopen dagen zoal tegenkwam is doorgaans wel des Oerols en absoluut goed en amusant.
Wat te denken van oudgediende Alex Dandrigde (hij was eind jaren tachtig ook al op het festival) met zijn partner John onder de artiestennaam
The Others. Of broer en zus Cessil en Sandy Pitt (
The Pitts),
Orchestre International du Vetex,
Mimbre,
De Glazen Kin (uit ons eigen Nederland),
Dotcomedy met The Naked Chef en Marlyn Coetsier en Tim Velraeds met de o zo kleine maar grappige
Harrie Harses. En dan heb ik ‘t nog eens niet gehad over de sympathiek ogende en prachtig accordeon spelende
Yoanna, door programmeur Mariska Verhulst gespot op het Franse Aurillacfestival. Een toppertje! Een andere topper is voor mij het
Von Trolley Quartet. Geweldig wat deze muzikale dolgekke “gasten” doen. Ook het publiek geniet met volle teugen!
Het festival is op de helft en er komt nog meer moois. Hou in de gaten het
Hopla Circus. Erg knap en amusant. De Belgische
Pol & Freddy mag je eigenlijk ook niet missen. En zo zijn er vast meer. O ja bijna vergeten:
Babok met NAP. Vorig jaar erg succesvol met Iglo zwervend over het eiland. Nu staan ze als Oero-voorstelling voor hotel Oepkes in West Terschelling. Nog even (verder) genieten dus. Ook als je geen kaartjes voor voorstellingen hebt weten te bemachtigen.
En volgend jaar? Voor volgend jaar wordt er nu al weer, tijdens dit festival, gesproken met ervaren straattheaterartiesten met visie zoals Harrie Verkerk (De stijle Want) en Pieter Post over hoe het straattheater volgend jaar een nog hogere status danwel invulling in de programmering kan krijgen.
Oerol -
website
Woensdag 30 Mei 2007 at 8:04 pm
In Muze wordt veel gezocht, maar weinig gevonden
Door Barbara Klomp met foto's van Anna van Kooij en Muze (klik voor vergroting)
Gezien op Festival aan de Werf Utrecht
Het is donker, we zien vier grote schermen waarop de beelden van bewakingscamera’s te volgen zijn. Op de grond ligt een man. Links van het toneelbeeld zien we percussionist Marcel Andriessen, rechts van de ‘toneelvloer’ zit celliste Saartje van Camp.
Op de bewakingsbeelden zien we een verlaten pand. Dan gaat er over een van de vier beelden het licht van een zaklantaarn. Kort daarna zwaait er licht over de toneelvloer. De man op de grond komt langzaam overeind.
Het is het begin van de voorstelling Muze, een voorstelling waarbij de toneelwerkelijkheid overgaat in een filmwerkelijkheid en vise versa.
De man staat op, de vloer kraakt. Het is een vloer gemaakt van videobanden. Een archief van het collectieve geheugen, gevangen in flarden van opnames.
De man valt op zijn knieën, pakt een videoband uit de vloer en trekt de tape eruit. Op de beelden achter hem zien wie de tape zich versnelt afspelen. Een onderbreking laat de film doorspelen, we zien flarden van interviews. Teksten over kunst, maar meer nog over de liefde. Over het vinden van de liefde, of de onbereikbare liefde.
De acteur/zanger op het toneel zingt in het Duits, ‘Ich such dich’. In zijn zoektocht pakt hij een volgende tape. Op het grote scherm is hij nu op de rug te zien. Alsof het scherm tevens camera is en live opname maakt. Maar dan gaat het beeld achteruit. We zien in rewind het publiek binnenkomen en een plaats zoeken. We zien de man, met achter hem een prachtige vrouw die alleen in de filmische werkelijkheid lijkt te bestaan.
Dan verandert de film weer. Op het doek zien we acteur Raymond Spannet. Zijn teksten zijn theoretisch, en gaan allen over het archief van onze fantasie, of dromen. “Men voelt in het archief de onderlinge samenhang der delen, die niet zonder elkaar kunnen bestaan en slechts in samenhang kunnen worden begrepen.”
En daar legt hij dan ook meteen de vinger op de zere plek van deze voorstelling. Want hoe mooi bedacht allemaal, de samenhang van de elementen is soms wel erg weinig. De makers,
Arnoud Noordegraaf en
Luuk Vierhout, vragen wel erg veel van het associatief vermogen van de toeschouwer en leggen de nadruk te veel op de vorm, waardoor de inhoud wel erg in het vage blijft.
De veelvoud aan onderdelen en disciplines roept meer vragen op dan er beantwoord worden. De voorstelling kent zeker zijn kracht. De muziek met vervreemde toneel- en
filmbeelden wekt soms een prachtig droomgevoel op en leunt tegen het hypnotiserende aan.
Maar deze verschillende disciplines en waarheden die in elkaar overlopen zijn mooi, maar geven geen antwoorden. Filmbeelden van de roodharige danseres Doris Madreiter zijn prachtig, we kunnen begrijpen dat zij zijn Muze is, dat het “Ich such dich” op haar slaat. Maar verder dan esthetisch mooi gaat het niet.
Wanneer de vloer met videobanden onder het achterdoek verdwijnt, zingt de man op het toneel zijn laatste lied. Hij heeft gevonden wat hij zocht. Voor het publiek is dat helaas wat onduidelijker. En dat is jammer, want alle ingrediënten van deze voorstelling zijn goed. De zoektocht had alleen iets verder mogen gaan, zodat niet alleen de maker, maar ook het publiek vindt wat er gezocht wordt.
Arnoud Noordegraaf -
website
Dinsdag 29 Mei 2007 at 08:26 am
Venice doet alles voor haar fans
Door Ellen van der Kemp met foto's van Maarten Grootendorst (klik voor vergroting)
De Amerikaanse folk/country-rock-band Venice, bestaande uit de broers/neven Kipp, Mark, Michael en Pat Lennon, gaf donderdag 24 mei een concert in het Paard van Troje in Den Haag. Nadat Venice de laatste jaren veel heeft opgetreden in theaterzalen, vroegen de Nederlandse fans zich af wanneer hun favoriete band weer eens het clubcircuit zou bezoeken, zodat ze niet op stoeltjes hoefden te zitten. Venice reageerde daar meteen op met een klein maar fijn clubtoertje in het Nederlandse clubcircuit. De band maakt van deze gelegenheid gebruik nummers te laten horen van hun Garage Demos 3. Volgens henzelf niet echt een nieuw album, maar een verzameling ‘aardige nummers die nog op de plank lagen’. De nieuwe songs worden afgewisseld met nummers van het laatste officiële album dat uitgebracht is, Amsterdam, en oude bekende nummers waarop zachtjes meegezongen wordt, zoals ‘Everybody’s Opium’ ‘Always’. De fans die zo graag een clubtour wilden, staan er wat gezapig bij. Er wordt hier en daar meegezongen bij de bekende nummers, gedanst wordt er amper. Het had eigenlijk net zo goed een zitconcert kunnen zijn. Veel verschil maakt het niet. Wel hebben de fans massaal de fotocamera meegenomen, want bij de concerten van Venice mogen altijd foto’s gemaakt worden. De fans schieten er lustig op los en hebben vast mooie plaatjes van dit musicerend gezelschap dat volledig opgaat in hun songs.
Venice wordt vaak in een adem genoemd met Crosby, Stills, Nash & Young en het is de vergelijking meer dan waard. De kracht van deze band ligt, net als de vier bovengenoemde zangers, in de vaak schitterende polyfonie. Onder de songs van Garage Demos 3 bevinden zich een aantal liedjes die dat goed demonstreren. ‘When I think of you’ begint a capella, zodat de vocale capaciteit van de band extra goed te horen is. Voor alle meerstemmige stukken, waarvan er veel in de muziek van Venice zit, geldt dat ze spatzuiver uitgevoerd worden.
Naast lovesongs, heeft Venice ook een aantal geëngageerde nummers geschreven, ‘Most of us’, ‘Throw away these bottom chains’ (over discriminatie) en ‘Please dont talk about life to me’, vormen een mooie afwisseling met de soms wat zoete liefdesliedjes. Halverwege het concert ontstaat er pas echt contact met het publiek en gaat het publiek als reactie daarop ook wat enthousiaster meedoen. Met de ondertussen traditionele slotsong ‘Till we meet again’, sluit Venice het officiële concertgedeelte af. Voordat Venice met de toegift begint, wordt eerst een jarige fan toegezongen. En daarbij voldoet niet alleen Happy Birthday. Voor de gelegenheid hebben de vier zangers ‘Lang zal ze leven’ geleerd, in het Nederlands dus en uiteraard meerstemmig!. Hoogtepunt van een Veniceconcert is altijd het mooie vierstemmige ‘The Familytree’. Tijdens de toegift komt het publiek, beter laat dan nooit, toch nog echt los. Ook de zangers houden zich niet meer in. Met een medley van nummers van the Rolling Stones, Sam Cook en Lou Reed, zet Kipp Lennon een perfecte imitatie van Mick Jagger neer. Als het concert dan na twee uur onafgebroken muziek echt afgelopen is, is de band nog lang niet moe. Althans het is ze niet aan te zien als ze achter in de zaal plaatsnemen aan de tafel die klaar staat om handtekeningen uit te delen, platen te signeren en foto’s te laten maken. Ook dit is een traditie van Venice. Na afloop van elk concert is er tijd voor een lachje en een praatje. Alles voor de fan.
Het volgende concert van Venice in Nederland is 7 juli op Bospop in Weert. In september houdt Mark Lennon een solotour in Nederland. Kijk
hier voor meer informatie.
Venice -
website
Bandleden:
Kipp Lenon,
Pat Lennon,
Mark Lennon en
Michael Lennon
Bass:
Mark Harris
Percussie:
Martijn Bosman
Keyboards:
Nick Bult