Categorie: FESTIVAL, MUZIEK, WERELDMUZIEK

Vrijdag 25 Juni 2010 at 12:07 pm

Fado en meer, Dulce Pontes na jaren weer terug in Carré

Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes portret foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink

Tekst Rik van Boeckel, met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)

De Portugese zangeres Dulce Pontes opende het Amsterdam Roots Festival met een sprankelend optreden in Carré waarin ze weer eens bewees dat ze meer is dan een fadozangeres. Ze overstijgt moeiteloos de grenzen van de fado. Met haar enorme stembereik beikt ze grote hoogtes en ook Arabisch getinte muziek is bij haar in goede handen. Ze eindigde haar optreden met haar grote hit Cançao do mar.

Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes portret foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink


Het was het enige nummer dat ook op de onlangs verschenen dubbel-CD Momentos staat waarmee zij haar 20-jarige muzikale carriere viert met zowel live- als studio-opnames. Ze begon, gezeten achter de piano en slechts begeleid door cellist Davide Zacaria en accordeonist Joxan Giokoetxea met A minha Barraquina waarin ze met een zacht omfloerste stem de hoogte in ging. Het daaropvolgende Ondeia was een lied om kippenvel bij te krijgen, zo adembenemend mooi. Met de band erbij in de vrolijke fado Ou passa ou não passa kwam het theatrale aspect van haar muziek fraai tot uitdrukking, ze danste en verleidde het publiek tot meeklappen. Alsof je in de middeleeuwen belandde, zo leek het in Resineiro, op een plein in een Portugees stadje met Dulce Pontes als huppelende volksdanseres.


Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes portret, foto Hans Speekenbrink Dulce Pontes in Carré foto Hans Speekenbrink

Via een niet zo sterke versie van Rodrigo's Concerto de Aranjuez ging het naar een fadohuis in Alfama, een van Lissabons oude wijken waar de fado nog heerst, in Ovelha negra en Amália Rodrigues' Estranha forma da Vida. Die fado sfeer bleef in het door haar broer en gitarist Luis Pontes gezongen Júlia Galderia. Piazzola's Chiquilin zong Dulce ooit tijdens de Flamenco Biënnale van Sevilla (2008) met flamencozangeres Estrella Morente en ook alleen maakte ze er een dramatisch lied van. Heel mooi waren vervolgens Cançao de embalar en het experimentele met oosterse tinten geschilderde Folclore waarin Dulce liet horen dat het Arabische goed past bij haar; het leek net alsof er een heel andere zangeres stond dan daarvoor. Het is Pontes grote kwaliteit dat ze moeiteloos weet over te schakelen naar een andere stijl. En met de zinderende slotapotheose Cançao do mar bewees Dulce Pontes dat zij niet voor niets een van de bekendste en meest geliefde Portugese zangeressen is.

Bezetting:

Dulce Pontes- zang
Davide Zaccaria- cello
Oscar Viana- hobo & cor anglais
Luis Pontes- akoestische gitaar
Fred Gato- akoestische bas
Fernando Silva- Portugese gitaar
Joxan Giokoetxea- accordeon
João Ferreira-percussie.




Reageer hieronder

Geen reacties





(optioneel veld)
(optioneel veld)
Deze stomme vraag dient ervoor om spam te voorkomen

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.