Categorie: FESTIVAL, JAZZ, MUZIEK

Zaterdag 11 Augustus 2018 at 5:13 pm

Jazz Middelheim: Likkebaardend bij Dag 2

FONS ft Logan Richardson photo's Hans Speekenbrink FONS ft Logan Richardson photo's Hans Speekenbrink FONS ft Logan Richardson photo's Hans Speekenbrink

Door Stormvogel met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor vergroting)


Voor collega Nachtegaal leek de line-up van Jazz Middelheim 2018 vantevoren niet zo groots als anders, maar persoonlijk keken wij likkebaardend uit naar de beloofde acts, waaronder De Beren Gieren, Philip Catherine en Aka Moon. Dag twee van de 37ste editie van Jazz Middelheim in het sfeervolle Park Den Brandt bood een aantal acts om met de ogen dicht bij weg te dromen. In de Main Stage tent op 10 augustus geen swing of ringtingeling, maar louter hedendaags geïmproviseerde muziek, waarvoor de definitie ‘jazz’ eigenlijk nauwelijks nog opgeld doet.


FONS
Om te beginnen de formatie Fons. Toen de Amerikaanse altsaxofonist Logan Richardson werd uitgenodigd om te spelen met het Vlaamse trio, moest hij aan twee dingen denken. Ten eerste ’Fonzie’ uit Happy Days en ten tweede een uitspraak van de legendarische componist Arnold Schönberg over teachers and students. Dit zou een zin betreffen uit het Pan Pipes interview uit 1948, dat “a teacher should be as good as he wants his pupils to be.” Het had iets te maken met het feit dat de heren van Fons studeren aan het Conservatorium van Antwerpen. En dat bleek de openbaring: dat zijn Vlaamse gastheren ‘eigenlijk’ eerste klas professionals waren! Tijd om lang ons hoofd te breken is er niet. Maar het zegt iets over de belevingswereld van deze moderne toeteraars, Happy Days en Dodecafonie in een adem te noemen.

Helaas ontbeert het trio een bassist, hetgeen de heren wel vaker zullen horen. De ‘onderkant’ blijft daarom een vacant register. Maar eenmaal gewend aan het geluid (dat overigens uitstekend mag worden genoemd - hulde aan Jazz Middelheim!), wordt de luisteraar getrakteerd op bijzondere toonkunst met voortdurend de schommeling tussen consonant en dissonant, waardoor het gelaagd wordt, ontspannend en spannend tegelijk. Voor de rekenmeesters biedt de gretige afwisseling van oneven en samengestelde maatsoorten een heerlijke tijdsbesteding. Thematiek in 12+5 en 22+3, solo’s in 4, dan weer thematiek in 4:3 en 4, later 4:3 en 12. Dan weer meegesleept door een aanzwellend rietblazers crescendo, met gekke gitaarakkoordjes en -accentjes, dan weer lyrisch uitwaaierend in niemandsland, en vervolgens weer opbouwend 4:3 4 4 4. En dat in het tijdsbestek van één nummer. De altsax van Richardson en de tenorsax van de virtuoze Lennert Baerts mengen perfect en de unisono passages zijn indrukwekkend gespeeld. De gitaar van Jeroen Reggers klinkt degelijk, niet zo droog als Reinier Baas (die een held blijkt te zijn voor Fons), maar niet zo warm als Metheny om maar iemand te noemen, of ijzingwekkend zoals de betreurde Holdsworth. De drummer Gert-Jan Dreessen speelt doorwrocht en technisch, soms net even te ingehouden, lees: te weinig dynamisch, zodat zelfs de ingewikkeldste slagwerkerij soms een achteloos randje dreigt te krijgen. Dat je dwars door al het crossritmes-getik heen, hoopt op een verrassende donderslag, een oorverdovende knal of een gespleten bekken. Op levensgevaarlijke intensiteit, op godvrezende noodzakelijkheid. Mogelijk is het een bewuste keuze; vanuit bescheidenheid of een intrinsieke aversie van dat soort vuisten op tafel. Als de luisteraar gedrild en paraat voor de beslissende charge op het puntje van zijn stoel is gesleurd, laten Fons en Logan de teugels weer vieren. Zo is de band een dreigende vulkaan, die niet helemaal tot uitbarsting wil komen, en als het puntje bij paaltje komt toch neigt naar de sluimering waaruit de dreigende eruptie werd opgewekt. Goede muziek en zeer goed uitgevoerd, maar net niet voorbij de explosievenopruimdienst, een tikje afstandelijk. Enfin, wel iets om in de gaten te houden!

De Beren Gieren photo Hans Speekenbrink De Beren Gieren photo Hans Speekenbrink De Beren Gieren photo Hans Speekenbrink

DE BEREN GIEREN
Nauwelijks geland, stijgt het ruimteschip van platform Jazz Middelheim alweer op. De gezagvoerders zijn nu De Beren Gieren, een trio onder aanvoering van de Nederlandse Belg Fulco Ottervanger. We hadden hen al ontmoet tijdens festival Amersfoort Jazz en gemerkt dat het heel aardige mannen zijn, vakkundig begeleid door de al even innemende dames van Aubergine. Toen al bleken de beren hun klassiekers te kennen: zij herkenden het Magma amulet en spraken lovende woorden over Christian Vander. Dat schept een band. En ook nu weer in Park Den Brandt roept drummer Simon Seegers bij het handenschudden spontaan: “Magma!” Leuke gasten dus. En nu in Middelheim een buitenkans om ook hun muziek aan den lijve te ondervinden.
 
De muziek voert nog een zonnestelsel verder dan waar Fons het publiek mee op reis nam, ofschoon minder ingewikkeld en geleerd, misschien juist daarom, meer ongebreideld en spontaan, zodoende minder afstandelijk. De Beren Gieren, ook wel bestempeld als “de meest avontuurlijke band van de Benelux”, staat inderdaad voor grenzeloos klankavontuur. Nergens klinkt de vleugel als een vleugel, in de positieve zin des woords; zelden speelt Ottervanger gewoon piano “zoals het hoort”. Eenvoudige, gedubbelde melodielijnen, worden door middel van een effectapparaatje omgetoverd tot een eigenaardig klankuniversum, een akoestische surrealiteit van suizende vergezichten en galmende kathedralen, voorbij de pianistische ruimte en tijd. Ook drummer Simon Segers beheerst die elektronische technieken en drumt moeiteloos gelijktijdig met een delay-sequencer, zodat we ons opeens in een trein wanen. Daarbij zorgt hij soms ook voor verrassende, ijle boventonen door met een stok langs de randen van zijn bekkens te strijken en dat geluid door een effectbakje te trekken. Geen moment van verveling, ofschoon vijf kwartier achtereen wordt gelaveerd tussen vrije improvisatie en minimalistische compositie. Hoe vaak komt het niet voor, dat het gemoed na één zo’n nummer verlegen zit om meer klare lijn, minder impressie dan expressie, meer uniforme daad- en stootkracht, vorm, structuur en groove, in plaats van oeverloos en omfloerst kliederen met al te natte aquarelkwasten? Dat is de kracht van De Beren Gieren. Net op tijd strooit het trio met verrassende mozaïekjes. Soms zijn het niet meer dan kale drieklanken, in een vervreemdend verband gezet, zoals Eric Satie of Ryuichi Sakamoto, maar dan met een ritmische twist. En dan verwijlen ‘we’ weer, samen met De Beren Gieren. Bassist Lieven van Pée zet nu de lijnen uit: repeterende baspatronen die de gemeenschappelijke hartslag van het gezelschap vormen, terwijl piano en drums vrolijk door de aderen stromen. De heren musiceren met de ogen dicht of met de blik op oneindig, zoals het hoort in dit genre. En zo ook doen wij het liefst de ogen dicht, navigerend op onze oren, onbewust van de omgeving en de werkelijkheid. Alleen de aankondigingen van de aimabele Fulco Ottervanger, soort van grappige doordenkertjes als ‘We dug out skycrapers’ en ‘Oude Beren’, zijn eigenlijk de enige momenten dat de luisteraar even gedwongen wordt op aarde te landen. En aan het einde, als opeens het publiek uitbarst in een staande ovatie en wij verschrikt de ogen openen… het optreden is kennelijk afgelopen.
 
We verlaten de tent en wandelen in de zon. De drie magiërs komen niet uit het oosten, maar gewoon van hier, het land van Duvel en kervel, het land van smaken. Sommige mensen eten om te leven, anderen -zoals de Belgen-, leven om meegetroond te worden in de wereld van De Beren Gieren. In die dimensie gelden al lang geen jazzregels meer. Alleen nog abstracties, gedachtegangen, vergezichten, vogelvluchten, en noem het maar op, van begin tot eind doorspekt met het speelplezier van een spontane improvisatie. Hoelang nog voor dit trio, dat nu negen jaar actief is, de avontuurlijkste band van Europa heet?

Philip Catherine Reunion photo Hans Speekenbrink Philip Catherine Reunion photo Hans Speekenbrink Philip Catherine Reunion photo Hans Speekenbrink

PHILIP CATHERINE REUNION
Sinds het verscheiden van ‘de baron’ in augustus 2016 geldt Philip Catherine als de eminentie van de Belgische Jazz. De 76-jarige gitarist werkte met de groten der aarde als Dexter Gordon, Chet Baker, Stephane Grappelli, Charles Mingus, Jean Toots Thielemans en Jean Luc Ponty. In de jaren 70 stond hij met Charlie Mariano, Jasper van ’t Hof en Palle Mikkelborg nadrukkelijk aan de wieg van de Europese jazzrock. Het drietal vormde met de Amerikaanse tandem John Lee en Gerry Brown, een legendarische band die tekende voor het album ‘September Man’ (1974). Daarna volgden nog ‘Guitars’ en ‘Sleep My Love’. Catherine sloot de geestverruimende jaren 70 af met ‘Babel’, met Jean-Claude Petit, Jannick Top en Andre Ceccarelli plus een strijkkwartet, dat tot de meest lyrische werken uit de muziekgeschiedenis mag worden gerekend. Hij werkte nadien nog met Enrico Pieranunzi, Bert Joris, Hein van de Geyn, Karel Boehlee en Bert van den Brink, om er een paar te noemen. Inmiddels wordt de gelauwerde Catherine zelf feitelijk tot de groten der aarde gerekend.

Vol verwachting klopte dus ons hart, toen wij bijtijds een plak zochten in de grote tent van Jazz Middelheim, waar onze held op het programma stond met een reünie van de legendarische band uit 1974: Catherine, Van ’t Hof, Mikkelborg, Lee en Brown, uiteraard en helaas zonder de betreurde saxofonist Charlie Mariano.

Het eerste stuk was een slow bluesje, kennelijk om in te komen en ook de geluidsmensen de kans te geven om de puntjes op de i te zetten. Het nummer diende min of meer als verlengde pauzemuziek, want in die eerste 10 minuten wordt de VIPS van Jazz Middelheim de kans geboden om hun gereserveerde plek in te nemen, wat tot gruwel van de echte liefhebbers massaal wordt nagelaten. Zodoende valt er een groot gat in het meest prominente deel van ‘de zaal’, waar na 10 minuten dan alsnog de gewone stervelingen mogen plaatsnemen. Dit zorgt uiteraard voor een onrustig gedoe, opstoppingen voor en achter de afzetlinten, laatkomers die alsnog vooraan aanschuiven en zich langs de reeds zittende al dan niet pardonnerende luisteraars wurmen, of minutenlang in het gangpad naar een geschikte plek voor twee uitkijken, elkander toeroepend en wenkend. Maar ook het tweede stuk was in het begin voornamelijk langdradig. Even leek het goed te komen, toen Catherine een solo begon over de synthesizerpads van Van ’t Hof, ouderwetse jazzrock waar wij nostalgisch als we zijn altijd voor te porren zijn. Maar er trad storing op in het geluid van de gitaar en er waren kennelijk ook op het podium problemen met de monitoring, want Catherine maakte heftig gebaren en was zichtbaar ongelukkig. De solo was daarom niet om over naar huis te schrijven. Daarop nam Van ’t Hof een dappere poging, maar zijn solo werd botweg afgebroken door Mikkelborg, die kennelijk de keyboards ook niet op zijn monitor had. Qua balans wilde het met het bandgeluid maar niet goedkomen. Hoewel de technische problemen er zeker zullen zijn geweest, is het echter te gemakkelijk om de schuld aan de crew te geven. De heren kwamen er zelf niet lekker in, ook al omdat het gekozen repertoire geen sterk en opbouwend geheel vormde. Er werd morsig gespeeld, cue’s werden gemist en thematiek verkloot. Tot overmaat van ramp waren de soli van Catherine, waarmee hij veel had kunnen goedmaken, niet zo geïnspireerd als we van de meester gewend zijn. Gaandeweg het optreden werd hij meer en meer overvleugeld door trompettist Mikkelborg, die met krachtig spel het voortouw nam en een hoofdrol opeiste. Het was de compositie van Mikkelborg die het beste uit de verf kwam, een electric Miles-achtige groove, waar Lee en Brown wel raad mee wisten. Sindsdien hield Catherine zich veelal op de achtergrond, als was hij een understudy in zijn eigen project. Hij bleef daar de rest van het concert, hoewel fysiek in het centrum van de aandacht, als altijd met gesloten ogen, maar deze keer vermoedelijk omdat hij naarstig in zijn herinnering aan het graven was naar hoe het ook alweer was gesteld met de maatsoorten uit de jaren 70.

De aanwezigheid van Jasper van ‘t Hof, eerder dit jaar beloond met de VPRO/Boy Edgar Prijs, de belangrijkste prijs in Nederland voor jazz en geïmproviseerde muziek, hielp de Catherine Reunion niet over het dode punt. Hij speelde bijna alles op zijn Alesis-keyboard, doorgekoppeld aan een gedateerde module met preset-geluiden. De sounds uit deze apparaten zijn flinterdun, karakterloos en eigenlijk gewoon nep. Een arpeggio op zo’n toy-piano is leuk voor op de kinderkamer of in een John Cage context, maar geen gehoor in een legendarische jazzrockband. Jammer dat een toetsenist met de statuur van Van ’t Hof voor dit soort gelegenheden niet aantreedt met een echte Fender Rhodes, gekoppeld aan analoge effecten, en daar bovenop een echte analoge synthesizer met echte filters, zoals hij vroeger deed. Het was daarmee dat Van ’t Hof in de jaren 70 geschiedenis schreef en dit repertoire baanbrekend en luisterrijk vertolkte. De ene keer dat Van ’t Hof vrijdag 10 augustus koos voor de akoestische vleugel was meteen een verademing, maar kennelijk zorgde dit voor zoveel monitoringproblemen dat hij snel weer terugkeerde naar zijn lichtgewicht toetsenbordje.

Aldus werd het concert waarnaar wij reikhalzend hadden uitgekeken, een bittere pil die met een extra Duvel moest worden weggespoeld. Het publiek bleef daarentegen de eminente helden en toejuichen en bedanken met open doekjes en zelfs een staande ovaties, die de heren musici –ervaren als zij zijn- met charmante grandeur incasseerden. Maar een toegift vonden zij ook zelf te gortig, gelukkig. Terwijl we de Main Stage achter ons lieten, gingen onze gedachten uit naar Charlie Mariano, de briljante blazer met het hogere bewustzijn, die tijdens het concert node werd gemist. Althans: zo was ònze ervaring. De kwaliteitsjournalist van De Morgen vond het allemaal geweldig mooi en prachtig - daarentegen juist De Beren Gieren wat minder. België, ”land van smaken”, maar smaken verschillen.

Melanie de Biasio photo Hans Speekenbrink Melanie de Biasio photo Hans Speekenbrink Melanie de Biasio photo Hans Speekenbrink

MELANIE DE BIASIO
Vocaliste Melanie de Biasio kan sinds enige jaren rekenen op grote bewondering, vooral onder liefhebbers van poëtische popjazz en kleinkunst en wat dies meer zij. Haar unieke, zeer breekbare en intieme stijl van zingen en performen, waarbij zij soms ook een fluit aan de broze mond zet, zou de luisteraar onderdompelen in een mysterieus fluïdum waaruit de ziel nooit meer helemaal zou komen bovendrijven. De Biasio is in staat de muziek terug te brengen tot de essentie. Volgens de aankondigingen vooraf, is zij zonder omhaal een wereldster en zonder twijfel de absolute hoofdact van het hele festival Jazz Middelheim. Welnu, gaandeweg het optreden maken we de rekening op. Inderdaad brengt De Biasio de muziek terug tot een minimale essentie. Zozeer, dat de muziek qua structuur structureel gespeend is van elke vorm van afwisseling, dynamiek of spanning. Qua vocale intonatie tapt zij voortdurend uit een ander vaatje dan wij gelijkzwevende westerlingen. De Biasio is een ongegeneerde kweler die het bloed nog onder de nagels van een overledene vandaan haalt. Voorwaar: Vals zingen wordt in pop- en wereldmuziek al lang gedoogd, en niet alleen van de heilige microtonaliteit uit subsidiabel verweggistan, maar er zijn natuurlijk grenzen.

Afgezien van haar vermeende zangkunst is haar muziek behalve tergend langzaam vooral dodelijk saai. De harmonie van Di Biasio zijn uitgerekt en eentonig, kabbelen eindeloos voort onder het amechtige gekerm van de kennelijk geplaagde artieste, wier teksten mogelijk heel belangrijk zijn. Muzikaal valt er niet meer te beleven dan eindeloos gestreel en geaai, wat bij serieuze muziek hoogstens wordt ingezet als intro op het echte werk, en door de eerste de beste shrutibox doeltreffend vervangen zou kunnen worden. Haar modaliteiten zijn van begin tot eind troosteloos mineur gestemd en de drummer bedient zich vooral van mallets, wellicht om de ingedutte luisteraar niet al te bruusk wakker te maken. Het trucje blijkt al snel: juist die dodelijke saaiheid tot kunst te verheffen. Afgaande op de lovende artikelen, waarin men Melanie vergelijkt met Joost-mag-weten welke andere onvolprezen schraalhans, wordt die dodelijke saaiheid ook onder de kenners en critici als bevrijdende kunstvorm erkend. Amai! 

Wie voor deze kunstvorm niet vatbaar is - en bovendien niet romantisch gecharmeerd is van de kwelende hekate, zal na 10 minuten bevangen worden door een claustrofobische ledigheid en in alles noodzaak herkennen om zich uit de voeten te maken, als men er al geen einde aan wil maken. Gelukkig konden we ons spoedig bevrijden en ver verwijderd van de plaats delict en de ellende wegspoelen met een goed glas goudgele levensvreugd. Op veilige afstand namen wij ons verlies, (lees: een kwartier van ons leven te hebben blootgestaan aan deze zaaddodende pasta of Melena), en keken we alweer vol goede moed uit naar de volgende dagen van het onvolprezen festival Jazz Middelheim




Reageer hieronder

Geen reacties





(optioneel veld)
(optioneel veld)
Deze stomme vraag dient ervoor om spam te voorkomen

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.