Categorie: WERELDMUZIEK

Woensdag 06 Mei 2009 at 11:49 pm

Lichtvoetige Kaapverdische songs van Nancy Vieira in het Tropentheater

Nancy Vieira Nancy Vieira Nancy Vieira

Tekst Rik van Boeckel met foto's van Hans Frederiks

Het is opmerkelijk hoeveel goede zangeressen de Kaapverdische eilanden voortbrengen. Cesaria Evora heeft voor hen de poort naar de wereld geopend. Na Sara Tavares, Lura, Mayra Andrade, Mariana Ramos en Carmen Souza, is er nu de minder bekende Nancy Vieira die onlangs het album Lus (Licht) op de markt bracht. In het Tropentheater speelde ze een dag na een optreden in De Doelen waar de Kaapverdische gemeenschap uit Rotterdam haar optreden tot een feest maakte.

De in Lissabon woonachtige Nancy Vieira werd in Guinee-Bissau geboren uit Kaapverdische ouders. Als klein meisje verhuisde ze naar Kaapverdië; haar ouders zijn afkomstig van het eiland Boa Vista, zelf woonde ze op Santiago en São Vicente, het eiland waar Cesaria vandaan komt.

Ze woont sinds haar tienerjaren in Lissabon en vermengt de klassieke morna’s en coladeira’s met de sprankelende gumbe uit Guinee-Bissau, bossa nova en Europese chansons. Door haar zachte fluwelen stem klinkt een morna bij haar niet triest, in feite maakt ze zelf de droefheid licht. Ze heeft aan de titel van haar album niet voor niets de titel Lus gegeven.

2009-05/nancy_vieira-9312.jpg 2009-05/nancy_vieira-9122.jpg Nancy Vieira

Vieira gaf een uiterst relaxed zondagmiddagconcert in de grote zaal van het Tropentheater. Ze werd begeleid door de Portugese pianist Ciro Bertini, de Braziliaanse bassist Marcos Britto, gitarist Jorge Cervantes uit Peru (de producer van Lus) en drummer/percussionist Miroca Paris, de broer van de bekende Kaapverdische zanger Tito Paris die meewerkte aan Mariza’s laatste album Terra (2008). Miroca was tien jaar lang een van de begeleiders van Cesaria en hij speelde met Sara Tavares.

Vieira begon haar optreden met het zachtmoedige en subtiele Lus, een lied over het licht van de maan (lua). ‘Lua, Lua, Ééé Lua Lua’ klonk het door de mooie historische zaal van het Tropentheater. Veel van haar nummers hebben een wiegende kadans, soms rustig, dan weer in een sneller tempo zoals in Esperança de Mar Azul. Dit lied is geschreven door Teofilo Chantre, een van de belangrijke componisten van Cesaria. Op haar album zingt ze het met Tito Paris, in het Tropentheater met Miroca die om zich heen een drumset had gebouwd van bekkens, bongo’s en een liggende cajón waarop hij met brushes speelde. Ik heb nooit eerder zo’n zachte en mooie drumsolo gehoord als van Miroca. Dat was in Tchoro Cantado, een lied waarin de heimwee van Kaapverdische emigranten naar hun vaderland doorklonk, een terugkerend thema bij iedere Kaapverdische artiest; Cesaria was een van de eersten die hierover begon te zingen. Verdade d’amor is een Kaapverdisch liefdeslied over iemand die lijdt vanwege een verloren liefde; maar na een tijd kan die persoon weer lachen want er is een nieuwe liefde in het spel.

Nancy Vieira2009-05/nancy_vieira-9321.jpg Nancy Vieira

Nancy Vieira heeft live wel iets weg van een jazz zangeres, haar nummers krijgen door het pianospel soms een lichte jazz touch. Ze zingt niet alleen morna’s en coladeira’s maar ook de Afrikaanse getinte funana en een swingende cola sanjon. ‘Kaapverdische muziek is niet alleen melancholiek maar ook vrolijk,’ vertelde ze het publiek. Ze nodigde 

een Kaapverdische man uit het publiek uit om met haar op het podium te dansen waarna een oudere Amsterdamse jazzmuzikant meende dit ook te proberen tot hilariteit van de toeschouwers.  

Vieira zong niet alleen Kaapverdische songs maar ook traditionele liederen uit Angola 

(Umbi Umbi) en Guinee-Bissau (Manu). ‘Dit is geen gumbe,’ vertelde ze me na afloop. ‘Het is een dansritme dat lijkt op een funana. Omdat ik in Guinee-Bissau geboren ben, ken ik de muziek en cultuur van het land. Wij Kaapverdianen nemen sowieso muziek uit de wereld in ons op, vooral van Afrika, van Brazilië maar ook van Cuba.’ 

Vieira doelde op het door haar in het Spaans gezongen Pensamiento (gedachte) . ‘Dit is een son en een danzón. Het is een populair Cubaans lied dat al door velen is gezongen. Cubaanse muziek zoals de habanera heeft die van Kaapverdië beïnvloed. Er is altijd een uitwisseling geweest tussen Kaapverdië en Cuba. Mijn broers wonen op Cuba. In Kaapverdië is geen universiteit, dus gingen Kaapverdianen studeren op Cuba en omgekeerd wonen en werken er Cubanen in Kaapverdië.’ 

En natuurlijk is er de invloed van de voormalige kolonisator Portugal. Vieira: ‘De saudade van de fado is hetzelfde als de sodade van de morna. Die melancholieke en trieste gevoelens kenmerken beide genres. In de fado en de morna worden dezelfde gevoelens bezongen, de fado is echter meer dramatisch dan de morna. De coladeira is sneller, vrolijker en meer dansbaar, lijkt op de samba.’  

De coladeira onstond op het eiland São Vicente. Er wordt beweerd dat sommige morna’s op dubbel tempo werden gespeeld om zo een coladeira over te houden. In Nancy Vieira Nôs dom (Onze gift) klonk die coladeira zeer vrolijk, feestelijk. ‘In onze traditie bestaat een unieke nostalgie maar er is geen beter land in de wereld dan Kaapverdië,’ zong

Nancy Vieira in dit nummer, zo verwijzend naar de muziek die Kaapverdië de wereld heeft gegeven.

Cd Nancy Vieira-Lus-HM Musica. 
www.hmmusica.com

Tropentheater

Een aantal belangrijke Kaapverdische muziekstijlen

Morna - de nationale muziek van Kaapverdië, bekend geworden door Cesaria Evora; melancholieke muziek met als belangrijkste thema’s vertrek, liefde en saudade (heimwee); het is de blues van Kaapverdië, beïnvloed door de Portugese fado en de Argentijnse tango.

Coladeira - is een versnelde versie van de morna die de levensvreugde van de Kaapverdiaan uitdrukt. Vermengd met de Antilliaanse zouk wordt het cola zouk. In een ballade-achtige vorm cola love.

Funana - is net als de batuque een swingend dansbaar ritme, werd oorspronkelijk gespeeld op de gaita, een diatonische accordeon, en de ferrinho, een lange staaf ijzer bespeeld met een mes. Jonge muzikanten mixen het met Antilliaanse zouk, dance en house. 

Cola Sanjon - dit is een naveldans waarin elementen van Afrikaanse vruchtbaarheidsriten en 17e eeuwse Portugese volksdansen te herkennen zijn. De trommelaars spelen een op batuque gelijkend ritme op trommels die door de Portugezen zijn meegebracht. 

Batuque - is de oudste Afrikaanse muziekstijl van Kaapverdië. Traditioneel wordt deze muziek door de vrouwen gespeeld en gezongen. Deze batukadeiras bespelen een tussen de knieën geklemde bundel textiel (tchabeta) waar met de handen op wordt geslagen.




Reageer hieronder

Geen reacties





(optioneel veld)
(optioneel veld)
Deze stomme vraag dient ervoor om spam te voorkomen

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.