Categorie: MUZIEK, WERELDMUZIEK

Vrijdag 30 Oktober 2009 at 09:05 am

RODRIGO PAHLEN EN HADRIEN FERAUD. HOOGSTANDJES OP PIANO EN BAS

Rodrigo by Joseph tomas

Door Rik van Boeckel Photo by Josep Tomàs

De aan Plaça Reial in Barcelona gelegen Jamboree Jazzclub was onlangs het toneel van een bijzondere ontmoeting tussen de in de Catalaanse hoofdstad wonende Uruguayaanse pianist Rodrigo Gonzalez Pahlen en de jonge Franse bassist Hadrien Feraud. Beiden hebben al een behoorlijke staat van dienst. Rodrigo speelde onder meer met Paquito de Rivera en Feraud met Chick Corea en John McLaughlin. De laatste heeft hem zelfs al de nieuwe Jaco Pastorius genoemd. Het werd een spannende kruisbestuiving tussen jazz, klassiek en latin, en dit alles gespeeld met een Zuid-Europees temperament.

De Jamboree is een kleine gezellige jazzclub waardoor je als toeschouwer dicht op de muziek zit. Rodrigo had zijn piano en de twee extra toetsenborden (waaronder een Rhodes) aan de zijkant van het podium geïnstalleerd. Voor 't eerst speelden zij en Feraud samen. Behalve Feraud bestond zijn groep uit de Spaanse saxofonist/fluitist Gorka Benitez en de Uruguayaanse musici Nicolas Correa (drums) en Patrick Petrucelli (gitaar). De laatste speelde alleen de laatste nummers mee en is tevens producer van Rodrigo's albums ‘Orquestango' (2005) en ‘El Origen de la Realidad' (2007).

Het concert begint rustig met ‘Vivir con los ojos abiertos', met alleen Rodrigo, Feraud en Correa op het podium. De nadruk ligt op de veelzijdige klankkleur van de piano welke Rodrigo's klassieke scholing verraadt, de spanning wordt subtiel opgebouwd. Rodrigo laat meteen zijn compositorische kwaliteiten horen. Tijdens het daarop volgende ‘No se si' krijgen Gorka Benitez en Hadrien Feraud alle ruimte om te soleren. Wat Benitez op de fluit laat horen is excellent en Feraud toont zich al snel een tovenaar op de bas. McLaughlin's verwijzing naar Pastorius is geheel terecht want Feraud laat hier een jazzrock-achtige manier van spelen horen, met een geweldige technische virtuositeit en een grote melodische en ritmische creativiteit. Tevens plaatst hij als het nodig is de bas op de voorgrond maar weet eveneens effectief te begeleiden als andere instrumenten op de voorgrond staan.

A la Merced de las Almas

Het publiek heeft al snel door dat hier onmiskenbaar musici van niveau aan het musiceren zijn en beloont hen met een enthousiast applaus. Nicoals Correa groovet heerlijk open, subtiel (vaak met brushes), met een latin-achtige swing zonder puur latin te spelen. In ‘A La Merced de las Almas' eist Benitez de hoofdrol voor zich op met zijn gepassioneerde spel op de saxofoon. Dan is het de beurt aan Rodrigo met genuanceerd tegenritmisch pianospel, terwijl ondertussen Correa op de bekkens een lichtvoetige ritmische ondergrond creëert.
Rodrigo speelde ‘A La Merced de las Almas' najaar 2008 ook in Nederland met de Argentijnse gitarist Hernan Romero. Het stuk heeft een dramatisch karakter, het zou filmmuziek kunnen zijn maar kent ook tedere en zachtmoedige momenten, mede door toedoen van de fluit.

Een vulkaan van klanken

Nadat hij Romero had leren kennen in de Uruguayaanse hoofdstad Montevideo, componeerde Rodrigo ‘Conversaciones con Hernan Romero' dat net als ‘A la Merced de las Almas' te vinden is op Rodrigo's tweede solo-CD ‘El Origen de la Realidad'. In de Jamboree begint het met een pittig groovend latin jazz intro en een mooie samenklank van piano en fluit waarna er behoorlijk geïmproviseerd wordt. Het wordt heftig, als een vulkaan van klanken, alles wordt uit de kast gehaald. Feraud ontvouwt tijdens een solo, alleen met drums, zijn ideeënrijkdom en het is alsof hij praat via zijn bas, zijn gedachten laat spreken via de snaren. Na het lange improvisatiedeel komt het door fluit en piano gespeelde centrale thema weer terug.
Bij het voorlaatste nummer ‘Graziella' betreedt Patrick Petrucelli het podium. Dit is een vrolijk thema, geschreven door de Uruguayaanse componist Carlos Quintana. Het is heel goed te horen dat deze jazz Zuid-Amerika ademt. De melodische en ritmische veranderingen zijn heel subtiel met Rodrigo als aanjager.

De toekomst van de bas

Het laatste nummer ‘Dos' is een compositie van Patrick Petrucelli die onder meer door John Scofield is geïnspireerd. Soms beweegt het nummer heen en weer tussen jazz, experimentele muziek en funk. Na een inventieve gitaarsolo van Petrucelli waarbij hij ook zijn stem als klankinstrument gebruikt volgt een notenregen van Feraud. Het is alsof ik de toekomst van de bas in Barcelona heb gezien.
Rodrigo en Hadrien werden bij elkaar gebracht door manager, promotor en vriendin Ana Paula Abalde Gonzalez. Zij bedacht het project. Rodrigo en zijn groep hebben twee keer met Feraud gerepeteerd. Dat leverde al een kwalitatief sterk concert op dat als de twee vaker met elkaar zouden spelen, alleen nog maar beter kan worden.
"Ik heb vaak gewerkt met musici die al redelijk bekend zijn maar altijd heb ik met hen mijn eigen muziek gemaakt," vertelt Rodrigo me daags na het optreden in de Jamboree. "De deur opende zich altijd via mijn composities, niet door jazz-standards te spelen maar mijn eigen originele muziek. Hadrien en ik hebben samen naar muziek geluisterd die we allebei kennen en naar elkaars muziek. Daarna hebben we samen gemusiceerd. Het concert dat we in de Jamboree hebben gegeven, is een nieuw project. Alle composities die we speelden waren van mij."

Van gitaar naar piano

Rodrigo komt uit een muzikale familie. "Heel belangrijk voor mij was mijn grootvader Kurt Pahlen, een Oostenrijker," vertelt hij. "Hij was dirigent van het orkest van Wenen en studeerde met Richard Strauss. Hij was ook musicoloog en heeft veel boeken geschreven. De vader van Kurt Pahlen was pianist van Gustav Mahler."
Rodrigo speelde tijdens zijn jeugd gitaar. "Ik woonde toen in Geneve, ben geboren in Zurich. Tot mijn 12e woonde ik in Geneve , daarna verhuisden we naar Uruguay. Mijn ouders kwamen daarvandaan maar waren tijdens de dictatuur in mijn land gevlucht naar Zwitserland. Op mijn 15e woonde ik een concert bij van de Braziliaanse pianist Egberto Gismonti. Ik ontdekte dat de piano veel meer mogelijkheden biedt dan de gitaar en maakte de overstap naar de piano. Ik nam klassiek pianoles. Op mijn 20e ging ik naar Frankrijk, naar Clermont-Ferrand. Daar studeerde ik aan het conservatorium: klassieke composities. En nam privé-lessen jazz. Op mijn 23e keerde ik terug naar Uruguay. Ik bleef er tot mijn 29e."

Ontmoeting met Hernan Romero

Belangrijk voor Rodrigo waren zijn optredens op het Festival de Jazz de la Pataya, in Punta del Este in Uruguay waarvan Paquito de Rivera de directeur was. "Ik heb er Hernan Romero ontmoet. Hij werd een goede vriend. Via hem heb ik veel nieuwe musici uit New York leren kennen. Ik kreeg ook contacten met musici uit Buenos Aires en Montevideo: Hugo Fatorusso, Rubén Rada. Zij zijn erg bekend in Uruguay. Ik leerde in New York Raul Jaurena kennen, een Uruguayaanse bandoneonist die in New York woont. Met hem speelde ik samen met het Philharmonisch Orkest van Montevideo waarmee ik het album ‘Conversaciones con Schopenhauer' opnam. Mijn 1e solo-album Orquestango heb ik opgenomen met musici uit Montevideo, Buenos Aires en New York (zoals Raul Jaurena). Dat zijn de drie steden waar ik altijd veel gewerkt heb. Daarna ben ik naar Dublin verhuisd en vervolgens naar Barcelona. Nicolas Correa die ik al ken sinds mijn jeugd, woonde daar al."
Rodrigo nam in die tijd ook nog twee DVD's op: met Mino Cínelu en Hernan Romero- en met Badal Roy, een tablaspeler die gewerkt heeft met John McLaughlin, Ornette Coleman en Miles Davis.
Rodrigo: "Voor mij is 't spelen met bekende musici een goede manier om mijn muziek bekend te maken. Als je muziek niet bekend is, is het veel moeilijker. Zo is Hadrien een musicus die veel mensen in Spanje al kennen. Hij heeft hier vier jaar getoerd met John McLaughlin en hij speelde al met Chick Corea, Marcus Miller en Richard Bona. Hij is nog zo jong en dan speelt hij al met zulke belangrijke musici. Hij heeft een indrukwekkende techniek op zijn instrument. En hij is een prettig persoon om mee samen te werken."

Muziek en filosofie

Rodrigo vertelt sterk beïnvloed te zijn door klassieke componisten als Strawinsky, Bach, Debussy en Ravel. "En ik heb een grote bewondering voor Strauss. Ik speel thuis vaak klassiek; de werken die ik voor orkest heb geschreven zijn klassieke muziek. Ik heb verder een grote bewondering voor Astor Piazzolla en voor musici als Gismonti, Hermeto Pascoal, jazzpianisten als Keith Jarrett, Brad Mehldau en Herbie Hancock."
Rodrigo verbindt zijn muziek met filosofie. "Mijn composities zijn een weerspiegeling van het leven, zijn een uitdrukking van gevoelens. Nietzsche heeft ooit gezegd: gevoelens zijn het moeilijkst te begrijpen in het leven. Net als Herbie Hancock ben ik praktiserend boeddhist. Ik lees vaak filosofische werken, over de grote existentiële vragen. Muziek zoals van Strawinsky, Piazzola en Gismonti verbindt ons met de mystieke kanten van het leven. Dat is toch een verschil met muziek die meer als entertainment bedoeld is."




Reageer hieronder

Geen reacties





(optioneel veld)
(optioneel veld)
Deze stomme vraag dient ervoor om spam te voorkomen

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.