Onderwerp: FESTIVAL, STRAATTHEATER, OEROL

Dinsdag 19 Juni 2007 at 11:44 pm

Straattheater terug als speerpunt(je) Oerol

The Pitts
De Glazen Kin
Dot Comedy

Tekst en beeld van Henry Krul (klik voor vergroting)

Het Terschelling Oerol is ooit begonnen naar het idee van het . Begin jaren tachtig gedurende de eerste Oeroleditie haalde “vreemde vogels” de zogenaamde straattheatermakers zoals een Daniël Rovaï, Johnny Melville en Mark Kingsford naar het eiland. De twee eerstgenoemden treden nog steeds op (Daniel Rovaï is ook dit festival present in het muziekprogramma). De afgelopen edities leek het straattheater steeds verder overvleugeld te worden door het schuurtjestheater, werkplaatsproducties en andere locatievoorstellingen. Natuurlijk is Oerol het festival bij uitstek voor locatievoorstellingen, maar of dit ten koste moet gaan van het aloude straattheater?

Vorig jaar al, tijdens het 25-jarig jubileum, zag ik middels de programmering dat het straattheater weer meer plek in de programmering kreeg. Topacts als Tango Sumo , Claire en Leandre, niet goedkoop voor een festival maar wel wereldtoppers, kwamen op het festival optreden. Dit jaar kondigde het festival in persberichten aan het het straattheater oprecht meer aandacht van de organisatie had. Ik ben dan altijd erg benieuwd of zulke toezeggingen bewaarheid worden.
Harrie Harses
Babok
The Others


Inmiddels op het moment van het schrijven van dit artikeltje (het festival is 5 dagen geleden begonnen) heb mijn conclusie wel getrokken. Het straattheater wordt op Oerol weer heel serieus genomen. Niet middels het “inkopen” van dure internationaal hoogstaande acts. Nee, want daar zal het budget, schat ik in, niet voor beschikbaar zijn. Veel goed straattheater komt vooral uit Australië en Frankrijk en is kostbaar. Echter wat ik de afgelopen dagen zoal tegenkwam is doorgaans wel des Oerols en absoluut goed en amusant.

Wat te denken van oudgediende Alex Dandrigde (hij was eind jaren tachtig ook al op het festival) met zijn partner John onder de artiestennaam . Of broer en zus Cessil en Sandy Pitt (), , , (uit ons eigen Nederland), met The Naked Chef en Marlyn Coetsier en Tim Velraeds met de o zo kleine maar grappige . En dan heb ik ‘t nog eens niet gehad over de sympathiek ogende en prachtig accordeon spelende , door programmeur Mariska Verhulst gespot op het Franse Aurillacfestival. Een toppertje! Een andere topper is voor mij het . Geweldig wat deze muzikale dolgekke “gasten” doen. Ook het publiek geniet met volle teugen!

Yoanna
Mimbre
Orchestre International du Vetex


Het festival is op de helft en er komt nog meer moois. Hou in de gaten het . Erg knap en amusant. De Belgische mag je eigenlijk ook niet missen. En zo zijn er vast meer. O ja bijna vergeten: met NAP. Vorig jaar erg succesvol met Iglo zwervend over het eiland. Nu staan ze als Oero-voorstelling voor hotel Oepkes in West Terschelling. Nog even (verder) genieten dus. Ook als je geen kaartjes voor voorstellingen hebt weten te bemachtigen.

En volgend jaar? Voor volgend jaar wordt er nu al weer, tijdens dit festival, gesproken met ervaren straattheaterartiesten met visie zoals Harrie Verkerk (De stijle Want) en Pieter Post over hoe het straattheater volgend jaar een nog hogere status danwel invulling in de programmering kan krijgen.

Oerol - website

Onderwerp: MULTIMEDIA, FESTIVAL, TONEEL

Woensdag 30 Mei 2007 at 8:04 pm

In Muze wordt veel gezocht, maar weinig gevonden

Muze
Muze
Muze

Door Barbara Klomp met foto's van Anna van Kooij en Muze (klik voor vergroting)
Gezien op Festival aan de Werf Utrecht


Het is donker, we zien vier grote schermen waarop de beelden van bewakingscamera’s te volgen zijn. Op de grond ligt een man. Links van het toneelbeeld zien we percussionist Marcel Andriessen, rechts van de ‘toneelvloer’ zit celliste Saartje van Camp.
Op de bewakingsbeelden zien we een verlaten pand. Dan gaat er over een van de vier beelden het licht van een zaklantaarn. Kort daarna zwaait er licht over de toneelvloer. De man op de grond komt langzaam overeind.

Het is het begin van de voorstelling Muze, een voorstelling waarbij de toneelwerkelijkheid overgaat in een filmwerkelijkheid en vise versa.
De man staat op, de vloer kraakt. Het is een vloer gemaakt van videobanden. Een archief van het collectieve geheugen, gevangen in flarden van opnames.
De man valt op zijn knieën, pakt een videoband uit de vloer en trekt de tape eruit. Op de beelden achter hem zien wie de tape zich versnelt afspelen. Een onderbreking laat de film doorspelen, we zien flarden van interviews. Teksten over kunst, maar meer nog over de liefde. Over het vinden van de liefde, of de onbereikbare liefde. De acteur/zanger op het toneel zingt in het Duits, ‘Ich such dich’. In zijn zoektocht pakt hij een volgende tape. Op het grote scherm is hij nu op de rug te zien. Alsof het scherm tevens camera is en live opname maakt. Maar dan gaat het beeld achteruit. We zien in rewind het publiek binnenkomen en een plaats zoeken. We zien de man, met achter hem een prachtige vrouw die alleen in de filmische werkelijkheid lijkt te bestaan.

Dan verandert de film weer. Op het doek zien we acteur Raymond Spannet. Zijn teksten zijn theoretisch, en gaan allen over het archief van onze fantasie, of dromen. “Men voelt in het archief de onderlinge samenhang der delen, die niet zonder elkaar kunnen bestaan en slechts in samenhang kunnen worden begrepen.”

En daar legt hij dan ook meteen de vinger op de zere plek van deze voorstelling. Want hoe mooi bedacht allemaal, de samenhang van de elementen is soms wel erg weinig. De makers, en , vragen wel erg veel van het associatief vermogen van de toeschouwer en leggen de nadruk te veel op de vorm, waardoor de inhoud wel erg in het vage blijft.

De veelvoud aan onderdelen en disciplines roept meer vragen op dan er beantwoord worden. De voorstelling kent zeker zijn kracht. De muziek met vervreemde toneel- en
filmbeelden wekt soms een prachtig droomgevoel op en leunt tegen het hypnotiserende aan.
Maar deze verschillende disciplines en waarheden die in elkaar overlopen zijn mooi, maar geven geen antwoorden. Filmbeelden van de roodharige danseres Doris Madreiter zijn prachtig, we kunnen begrijpen dat zij zijn Muze is, dat het “Ich such dich” op haar slaat. Maar verder dan esthetisch mooi gaat het niet.

Wanneer de vloer met videobanden onder het achterdoek verdwijnt, zingt de man op het toneel zijn laatste lied. Hij heeft gevonden wat hij zocht. Voor het publiek is dat helaas wat onduidelijker. En dat is jammer, want alle ingrediënten van deze voorstelling zijn goed. De zoektocht had alleen iets verder mogen gaan, zodat niet alleen de maker, maar ook het publiek vindt wat er gezocht wordt.

Arnoud Noordegraaf - website

Onderwerp: FESTIVAL, STRAATTHEATER

Maandag 28 Mei 2007 at 09:39 am

Fries Straatfestival is blijvertje

Altrego
Lieselotte Motte
Jashgawronksy Brothers

Tekst en beeld van Henry Krul (klik voor vergroting)

Iedere laatste zaterdag van mei is het raak in Leeuwarden. Als je van straattheater en leuke frisklinkende, vooral jonge bandjes houdt en misschien ook nog in noordelijk Nederland woont, dan mag je dit niet missen.

Nou, ik woon dus niet in het noordelijk gedeelte Nederland maar ben als liefhebber van goed (internationaal) straattheater (in een leuke entourage; ook niet onbelangrijk) altijd wel present. En dat al sinds de afgelopen 5 jaar. Zolang bestaat dit festival namelijk in zijn huidige vorm.
Programmeur Sylvia van den Berg, gepokt en gemazeld in de wereld van het internationale straattheater, weet ieder jaar weer een programma samen te stellen waarbij een ieder, kind, jongere en volwassene, aan zijn/ haar trekken komt. Geen grote dure spektakelvoorstellingen, daar is geen budget voor en past ook niet in het concept van het festival, maar veel kleine, al dan niet mobiele, voorstellingen.

Afgelopen zaterdag was ’t dus ook weer zover. In het centrum van de stad langs de Nieuwestad, Lange Pijp, op het Raadhuis- en Waagplein, maar ook in een wat rustiger omgeving zoals de tuin van de Fryske Akademy en de Prinsentuin had je de voorstellingen voor het uitkiezen. En als je niet kiezen kon of wilde dan had je een dikke kans dat je ineens oog in oog stond met een drietal giraffen van Teatro Pavana of de knotsgekke Mathilda & George. Op het Waagplein bouwde de Zwitserse kunstenaar gedurende de gehele middag aan zijn bamboe-installatie bestaande uit 50 bamboe stokken en touwtjes. Bijzonder hieraan is dat, terwijl hij bouwt, ook continu op het bouwwerk zelf staat. Al doende werkt zich zo 5 meter recht omhoog. Bijzonder knap.
Rondzwervend als oud vrouwtje met een paraplu met allerlei touwtjes daaraan vast was (Dld) met haar Konzert f ¼r 60 zugehaltene Ohren. De bedoeling was dat je twee touwtjes tweemaal om een vinger draaide en daarna je de vingers in je oren stopte. Op dat moment toucheerde Lieselotte met een houten pollepel andere attributen zoals een eetlepel die ook aan een touwtje aan die paraplu hing. Het resultaat leverde, aan de gezichten van de “deelnemers” te zien, een zeer bijzondere geluidservaring op. Gedurende geruime tijd gedurende de middag konden telkens vier mensen tegelijkertijd van deze ervaring genieten. Klein maar fijn.

Jashgawronksy Brothers
Georg Traber en Heinz Baut
Publiek


In de tuin van de Fryske Akademy speelde een programma af dat bij uitstek geschikt was voor jonge kinderen (ook zeer geschikt voor volwassenen overigens). Neergestreken was uit Duitsland met de voorstelling Aloha Hé. Deze voorstelling van slechts 18 minuten bestond uit prachtig poppenspel (met prachtige uit hout gesneden poppen) rondom een mannetje en een vogel die elkaar ontmoeten tijdens een vakantie in een bootje. Ze kunnen het eerst niet zo goed met elkaar vinden. Zodra ze echter door een haai bedreigd worden besluiten ze vrienden te worden........
Tevens speelde meerdere keren gedurende de middag Ruut van Hooft zijn altijd grappige act Der Baloenenknakker.

Naast straattheater en bandjes was er deze editie ook plek ingeruimd voor de locatievoorstelling Zaakjes door . Geïnteresseerden die vroegtijdig gratis kaartjes hadden bemachtigd (er dat waren er maximaal 120 stuks) gingen onder begeleiding gedurende ruim 90 minuten langs een zestal kleine winkeltjes alwaar een aantal toegewijde winkeliers (en hun klanten) de wereld lieten zien die achter hun glimlach verscholen ligt. Een aantal lokale winkeliers (o.a. een slager en kapper) hadden hiervoor enkele momenten gedurende de middag hun winkel beschikbaar gesteld. .....en zat je toevallig al bij de kapper wanneer de voorstelling “langskwam” dan maakte je ineens deel uit van een mini-voorstelling......

Een andere bijzondere voorstelling was die, van de voor mij volkomen onbekende, met Boom, Brush, Crush. Deze drie mannen met vet aangeplakte nepbaarden zeggen uit Armenië te komen alwaar ze gevormd zouden zijn door ene Alga Pescaturian, een beroemd componist met een sterke voorliefde voor vreemde instrumenten. Nou of dat allemaal waar is werd mij niet duidelijk. Ik heb mijn twijfels maar dat is verder niet van belang. Wel duidelijk was dat de mannen heel muzikaal en grappig waren en daarnaast ook nog heel creatief waren met, inderdaad, zeer vreemde instrumenten zoal bijvoorbeeld een zak chips en een fles spuitende frisdrank. Een zeer amusant optreden!

Naast deze voorstellingen was er veel neer aan straattheater te zien. Leuk, gezellig en allemaal gratis.

Jan Akkerman
Stichting Winkelstraat
Stichting Winkelstraat


De festivaldag duurde nog tot na middernacht met ondermeer op het programma The Beatles Revival, een uit Praag komende look-a-like band die mede door hun gelijkenis nauwelijks van de echte Beatles te onderscheiden zouden zijn. Ik heb dat niet meer gezien. Wel gezien en gehoord heb ik de Jan Akkerman Band. Op ongetwijfeld het meest ongezellige maar wel grootste plein van Leeuwarden, het Wilhelminaplein nabij Zaailand, stond vroeg in de avond good old, maar nog steeds virtuose Jan Akkerman. Akkerman speelde begeleid door een drietal jonge bekwame musici oud- (Focus) en nieuw materiaal.
En dat het Leeuwarder publiek hem nog lang niet vergeten is bleek wel uit de toestroom van het veelvuldige (40+ publiek). Een mooi toetje voor een dag met veel straattheater-zien in Leeuwarden.

Daarna bleef het nog lang onrustig in de stad.....

Fries Straatfestival - website

Onderwerp: POP-ROCK, JAZZ, FESTIVAL

Zondag 27 Mei 2007 at 9:09 pm

Grooven tijdens sterke tweede dag The Hague Jazz

Solomon Burke
Kid Creole & The Coconuts
Candy Dulfer

Door Serge Julien en Berbera van den Hoek (klik voor vergroting)

Waren we al onder de indruk van de eerste dag van The Hague Jazz, de tweede in de voorverkoop al uitverkochte dag is zonodig nog interessanter kijkend naar de sterke programmering. Net zoals bij het North Sea Jazz festival is het op The Hague Jazz lastig om een keuze te maken welke bands je gaat bezoeken aangezien het maar vaak genoeg voorkomt dat je favorieten tegelijkertijd spelen. Het zaterdagprogramma bevat niet geringe namen als Al DiMeola, , Candy en Hans Dulfer, Tania Maria, Koop, Benjamin Herman, Jean Luc Ponty, Jan Akkerman, Han Bennink en Michiel Borstlap.

We maken de keuze de minder traditionele jazz te gaan beluisteren en zoeken vooral naar de funky grooves. De groove kan zondermeer worden gegarandeerd door en haar Funky Stuff die de tweede dag opent in de A Train tent. Een optreden dat op zich niks nieuws biedt dan wat je verwacht van Candy maar daar is niks mis mee want haar funky nummers gaan erin als zoete koek. Tussen die nummers zit nieuw werk van het eind juni te verwachten album Candy Store. Deze CD wordt uitgebracht bij het Amerikaanse label Heads Up waarmee Candy in zee is gegaan. The Hague Jazz heeft een primeur als tijdens een persconferentie de samenwerking tussen de saxofoniste en het prominente platenlabel wordt bekrachtigd met het tekenen van het platencontract. In de catacomben van het World Forum vind wat later een optreden plaats van niet alleen een van neerlands beste en meest veelzijdige jazzsaxofonisten maar ook een van de beste geklede: . Met diens quartet bestaande uit op drums, op contrabas en de onnavolgbare op gitaar speelt hij een aantal stukken uit zijn repertoire waarin plaats is voor tempowisselingen en chaotische spel elementen (D-day is een prachtig voorbeeld) maar erg knap en avontuurlijk. Ook zijn geprezen CD The Itch is vertegenwoordigd in de set. Een fantastisch op elkaar ingespeeld quartet!

Kid Creole & The Coconuts
Gumbi Ortiz
Nigel Kennedy


In Blakey’s Corner spelen de die dik tien jaar geleden een hit scoorden met het lekkere The Creator Has A Masterplan. Op het moment dat we ons tussen het publiek voegen wordt ook net dit nummer ingezet maar als blijkt dat het een drakerige behandeling krijgt druipen we ook heel snel weer af. Wellicht onterecht na slechts een nummer maar dan gaan we liever kijken wat nog weet te bieden anno 2007. De mix van disco funk en Caribische ritmes zorgt er in de jaren tachtig voor dat de dandy August Darnell met zijn schaarsgeklede kokosnootjes hits scoort met onder andere Annie, I’m Not Your Daddy, Hey Mambo en Endicott. Er bestaat altijd een gevaar dat wanneer dergelijke groepen weer worden gereanimeerd, het resultaat een schimp is van wat het was. In dit geval pakt het wonderwel goed uit. Een funkfeest dampt van het podium af en Creole ziet er in zijn paarse gangsterpak en zwarte hoed weer net zo uit als in de hoogtijdagen. Ook een nieuwe generatie Coconuts krioelt om hem heen en het publiek amuseert zich feestelijk bij dit weerzien. Een absolute verrassing!

Van een heel ander kaliber en eenzaam hoog niveau is het optreden van gitaarvirtuoos . Vorig jaar stond de man ook op het festival en liet daar zo’n onweerstaanbare indruk achter dat hij op veler verzoek werd geprolongeerd op de tweede editie van het festival. Een vol World Forum theater is getuige van man’s fabelachtige spel. Er is minimaal contact met het publiek. Hij gaat volledig op in zijn geïnspireerde en avontuurlijke gitaarspel waarin het ook geweldig is om te zien hoe de linkerhand virtuoos over de hals heen gaat. Hij wisselt elektrisch en semi acoustisch af en wordt begeleid door een prima band waarin percussionist opvalt.
Helaas een veel te kort optreden van een uur maar de schoonheid is er niet minder om! Een absoluut hoogtepunt!

In Louis’ Basement is het Braziliaanse muziek wat de klok slaat. Naast treedt oudgediende aan die met haar donkere en sensuele vocalen een jazzy en soulvolle set doet waarin ze onder andere een niet onverdienstelijke versie doet van Mas Que Nada en natuurlijk haar grote hit Come With Me. Het programma in Louis’Basement is dan al een uur uitgelopen als om 1.30 een van de leukste en beste live bands in Nederland haar mix van elektronische muziek jazz, funk en opzwepende Braziliaanse ritmes ten gehore brengt. De band geeft een uiterst energieke set waarin de altijd stralende en amicale zangeres Lilian Vieira het publiek aanzet tot meezingen en dansen. Onweerstaanbaar lekker en zo wordt met Zuco 103 de tweede editie van The Hague Jazz waardig en feestelijk afgesloten!

Al DiMeola
Kid Creole & The Coconuts
Kid Creole & The Coconuts


Den Haag heeft met The Hague Jazz een volwaardig vervangend jazzfestijn. De zeer geslaagde tweede editie roept met haar prima organisatie, de sterke programmering van nationale en internationale artiesten en relaxte ambiance overwegend positieve gevoelens op en smaakt daarom naar meer. De volgende editie staat gepland op 23 en 24 mei volgend jaar en daar kijken we nu al reikhalzend naar uit. The Hague Jazz is here and it’s here to stay!

- website

Onderwerp: JAZZ, FESTIVAL

Donderdag 24 Mei 2007 at 7:03 pm

Weinig “echte” jazz op eerste dag The Hague Jazz

James Carter
Nueva Manteca
Quincy

Door René de Hilster met foto's van Hans Speekenbrink (klik voor groter)
World Forum Convention Center Den Haag “ 18 mei 2007


Na het verdwijnen van het North Sea Jazz festival (NSJF) leek er wat betreft jazz in Den Haag een gat te vallen. De scheiding van het NSJF en Den Haag was op cultuur en op economisch gebied een behoorlijke aderlating. De gemeente Den Haag gaf dan ook te kennen dat zij bereid was om een nieuw initiatief te ondersteunen met subsidie. Van de zestig ingezonden plannen koos de gemeente uiteindelijk voor het Pure Jazz Fest. Terwijl dit alles aan de gang was besloot ondernemer Ruud Wijkniet om zelf “iets” op poten te zetten maar dan wel in de vertrouwde omgeving van het Congrescentrum. In een luttele vier maanden wist hij The Hague Jazz uit de grond te stampen. De eerste versie van dit nieuwe festival was zo succesvol dat een tweede editie niet kon uitblijven. Ditmaal ondersteund door de gemeente Den Haag.

The Hague Jazz (THJ) speelt overduidelijk in op de sentimenten van de begin jaren van het NSJF. Het festival maakt dan ook gebruik van de blauwdrukken van haar grote broer; het meerdere zalen concept, een diversiteit aan artiesten, andere uitingsvormen zoals beeldende kunst en natuurlijk de bierpomp. Ook de programmering lijdt onder het NSJF euvel, vooral veel randgebeuren en maar weinig “echte” jazz. Van de éénenveertig optredende acts op de eerste dag konden er maar acht worden gerekend tot de categorie echte jazz. Verreweg de meeste optredens zaten in de soul en lounge hoek. Dat bleek echter voor velen geen belemmering om het festival te bezoeken want de eerste dag was nagenoeg uitverkocht. Dat komt m.i. vooral door de hang naar nostalgie en het creëren van een duidelijk wij gevoel door de organisatie. En al leidde een uitverkocht huis niet tot toestanden (volle corridors, rijen voor de zalen) zoals we ze meemaakte bij het NSJF. Zo nu en dan kwam je niet om een flinke rij heen, vooral bij de kraampjes waar voedsel werd verkocht en bij de muntdistributiepunten ontstonden soms flinke files. Maar dat mocht de gezelligheid niet drukken. En gezellig was het zeker. Het inmiddels tot World Forum Convention Center ongetoverde Congrescentrum is door de organisatie sfeervol ingericht en aangekleed. Veel zithoekjes en loungeruimtes waar door horden mensen gretig gebruik van werd gemaakt. Er werd vooral veel en luidruchtig gepraat en dat brengt me bij het volgende fenomeen waar geen festivalorganisatie wat aan kan doen. De tegenwoordige festivalbezoeker blijkt namelijk vaak meer geïnteresseerd te zijn in het sociale aspect dan in de gespeelde muziek. Voor vele lijkt de optredende artiesten een leuke bijkomstigheid. Men wil praten en dat gebeurt dan ook overal, buiten de zalen maar ook in de zalen tijdens de optredens. Voor de ware jazzconnaisseur een niet echt aantrekkelijk beeld want hij/zij moet door al dat gebabbel naar de favoriete artiest luisteren. Feitelijk zie je dan ook een steeds grotere verschuiving van het type bezoekers. Het aantal festivalliefhebbers neemt drastisch toe terwijl daartegen het aantal jazzliefhebbers afneemt op dergelijke megafestivals.

Rik Mol
Sebastiaan
Slide Hampton


En dan de muziek. Het randgebeuren wordt gecoverd door mijn cultuurpodiumcollega Serge Julien. Ik kan me dus geheel richten op de meer traditionelere jazzvormen.
Als eerste stond op mijn lijstje het , hij speelde in Miles’ Home. In de zaal aangekomen stond er een echte pop line-up op het podium en toen tijdens de aankondiging de achtergrond zangeressen het podium bestegen wist ik al hoe laat het was. Het bleek te gaan om het 17-jarig zangtalent , een niet onaardige pop zanger. Met jazz had het niet veel van doen. Na twee stukken hield ik het voor gezien. Wel erg jazzy, maar dan wel met een latinbeat, was het gezamenlijke optreden van met de blazers van het Jazzorchestra of the Concertgebouw. Mooie arrangementen, sterk solowerk en opzwepende ritmes vormden de basis van dit concert. Vooral saxofonist Ben van den Dungen en trompettist excelleerde in hun solistische bijdragen. De groep stond als volgende op de lijst. Zij speelde voor een stampvolle zaal die zich vooral bezighield met onderlinge communicatie. Tussen al die gesprekken door was te horen dat dit kwintet muzikaal erg goed in elkaar zit maar door de weinge dynamiek en constant dromerige sfeer van de eigen composities niet kan blijven boeien.

Op naar Chez Ella alwaar één van de grote namen op het festival, trombonist , zou concerteren. Hampton beter bekend onder de naam Slide speelde in een allstarbezetting een Jobim programma. Eigenlijk was het meer een soort jamsessions met hier en daar een arrangement. Het moest vooral van de solisten komen. In deze bezetting met onder meer; trompettist Claudio Roditi, tenorsaxofonist Andres Boiarsky en bassist John Lee zat dat wel goed. Vooral de nogal chagrijnig kijkende Andres Boiarksy soleerde gedreven. Claudio Roditi bewees dat hij naast mooi trompetspelen ook zeer aardig kan zingen en zijn zangwerk viel vooral bij de dames erg in de smaak. Slide Hampton liet horen hoe mooi een trombone kan klinken. Een prima optreden.
Als laatste onderdeel op mijn lijst stond het organ trio. Deze saxpyromaan deed precies wat van hem wordt verwacht. Saxpartijen vol duizelingwekkende techniek waarbij hij ver voorbij het bereik van het instrument komt. Lange kokende solo’s met vette grooves van de organist Gerald Gibbs en drummer Leonard King. Zij zorgden voor het ene hoogtepunt na het andere. Kortom een orgastisch optreden dat een echte kick gaf.
Ook het laatste optreden was groots. De gaf een concert waar de vonken van sprongen. Ondanks (of wellicht dankzij) veel geluidstechnische storingen ging het kwintet er tegenaan alsof ze gisteren de jazz pas uitgevonden hebben. Spetterende collectieven, gedreven solowerk en een kokende ritmesectie zorgden er voor dat dit optreden een unieke muzikale belevenis werd.

The Hague Jazz kenmerkt zich door een uitstekende organisatie. Het tekort aan echte jazzacts kan een bewuste keuze zijn, al hoop ik dat de komende edities de balans wat gunstiger uitvalt voor de meer traditionele jazzvormen. De programmering van zaterdag 19 mei 2007 ziet er op dat vlak in ieder geval veelbelovend uit.

- website